In Mount Average neemt theatermaker Julian Hetzel ons mee op een fabrieksbezoek dat ons confronteert met onze eigen ideologieën. Bustes van historische figuren, heersers, tirannen, dictators, worden gebruikt als bronmateriaal om ons statische verleden te deconstrueren en het daarna te herwerken tot een flexibel nieuw geheel. 

Mount Average is een logische volgende stap in Hetzels belangwekkende oeuvre. Ook in zijn vorige voorstellingen is de link tussen destructie en kunst duidelijk aanwezig, denk aan Schuldfabrik waar van liposuctievet nieuwe zeep werd gemaakt, of All Inclusive waarin oorlogspuin transformeerde tot kunst. Dit keer vermaalt Julian Hetzel dictators tot pulp om ze een zinvolle nieuwe invulling te geven.  
 

'De muur tussen het theater en de straat moet verdwijnen' In gesprek met Julian Hetzel
door Milo Vermeire

 

(...) Mijn werk gaat altijd over het bevragen van ons waardesysteem, maar ook over de rol die de toeschouwer daarin heeft. Kijken is namelijk iets actiefs. Je bekijkt nooit iets zonder medeplichtigheid of verantwoordelijkheid. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen een toeschouwer en een ooggetuige? We zien zoveel slechte dingen gebeuren op de planeet, en we kijken ernaar maar doen niets. Deze apathie heeft te maken met empathie. Empathie is namelijk ook iets dat je verdooft. Het laat je denken dat je al iets doet, alleen al omdat je je ergens van bewust bent en erkent dat dingen mogelijk verkeerd zijn. Het probleem is echter dat wanneer je ergens over leest, praat of er theater over ziet, dit niet betekent dat je werkelijk iets verandert. Maar het voelt wel zo, omdat je er zo druk mee bezig bent of zo goed geïnformeerd bent. In All Inclusive stelde ik dit en de rol die de kunstwereld daarin speelt ter discussie.

(...)

Je wordt als maker regelmatig provocerend of zelfs manipulatief genoemd. Jouw manier van werken doet me denken aan beeldend kunstenaars als Jonas Staal of Renzo Martens. Ook zij confronteren het publiek met hun eigen vooroordelen en schuwen engagement niet.

Ik kan me heel goed vinden in het werk van beide kunstenaars. Tegelijkertijd merk ik ook duidelijke verschillen in de artistieke aanpak. Episode 3: Enjoy Poverty van Martens is een grote inspiratiebron. Er is een overlap in de manier van het bevragen van de samenleving en de eigen rol die je daarin speelt.

In Episode 3: Enjoy Poverty laat Martens zien dat de strijd tegen armoede verworden is tot een industrie gecontroleerd door de rijke landen. Martens was achteraf kritisch op deze film omdat het uiteindelijk weinig bijdroeg aan een verbetering van de situatie van de mensen die hij filmde. Daarom richt zijn huidige project zich ook op het teweegbrengen van concrete verandering. Is dit voor jou ook belangrijk, dat bijna activistische element?

Ik heb zeker een duidelijke politieke agenda en een drive. Er is een goed citaat van Jeremy Deller dat ik wil noemen, hij zei: ‘We have to stop making things, and start making things happen’. In hoeverre kunnen we een brug slaan tussen de utopische ideeën van een kunstenaar en de realiteit buiten het theater of de galerie? Ik denk dat de muur tussen het theater en de straat moet verdwijnen. In mijn werk tracht ik te onderzoeken wat dat betekent door bijvoorbeeld mensen uit te nodigen op het podium of in de galerie. Zo probeer ik transformatie te stimuleren.

Het is noodzakelijk om een ​​groter doel na te streven dan alleen kunst te maken omwille van de kunst. Maar ik vind het problematisch als kunst verandering móet bewerkstelligen. Kunst mag nooit een instrument worden, in dienst van de samenleving of wie dan ook. ik wil de vrijheid van kunst beschermen om zo wild, zo politiek incorrect of zo extreem te zijn als het moet zijn.

In die zin vraag je ook meer van je publiek. Het publiek in je werk is niet passief, je vraagt ​​om ‘active spectatorship’.

Ik geloof niet in ‘passive spectatorship’. Je raakt de wereld in zekere zin met je ogen aan. Je bent altijd actief betrokken of je dit nou wilt of niet. All Inclusive ging hier over, maar ook het werk Automated Sniper. Dat behandelde de oorlogsvoering met drones, maar ook de afstand die ons scheidt van de conflicten die in de wereld plaatsvinden. In Europa hebben we het in de meeste gevallen zo goed dat we er gewoon vanaf onze bank van kunnen ‘genieten’. 

Je werk draait vaak rond specifieke instituten of locaties. Zo was The Automated Sniper een spelshow, Schuldfabrik een hippe winkel en All Inclusive een museum. Naar welk instituut refereert je nieuwste werk Mount Average?

Mount Average is een fabriek. Ik maak graag gebruik van bestaande kapitalistische plekken die mensen herkennen. Het is inspirerend om deze concepten toe te eigenen en te gebruiken voor bijvoorbeeld subversieve affirmatie [red. Iets bekritiseren door het extreem uit te vergroten]. Schuldfabrik was eigenlijk de eerste fabriek die ik gemaakt heb. We plaatsten een zeepwinkel in een winkelcentrum waar mensen bij binnenkomst hun handen wasten en vervolgens erachter kwamen dat de zeep gemaakt is van menselijk vet. Wat doet dat met iemand? Er zit vaak een scherp randje aan mijn installaties, maar door deze bekende instituten te gebruiken maak ik het toegankelijk, ook voor mensen die normaal niet naar het theater zouden gaan. Ik geloof in de kracht van creatieve botsingen en in kunst als middel om te onderhandelen over mijn positie in de wereld.

Mount Average gaat over leiders en hun monumenten. Dat is nogal een actueel onderwerp met de verschillende koloniale figuren die het afgelopen jaar van hun sokkel getrokken zijn.

Het is raar hoe dingen samenkomen. Mount Average gaat over hoe kunst door machtsstructuren wordt gebruikt om ideologieën te vertegenwoordigen en onze dubbelzinnig relatie met het verleden. In het stuk werken we met monumenten van leiders of politici als representaties van het verleden. We maken deze monumenten ‘ongedaan' door ze in de fabriek te deconstrueren en te vermalen tot een poeder. Uiteindelijk maken we van al die vermaalde monumenten van verschillende leiders een soort viskeuze Frankenstein-pasta dat vervolgens omgezet wordt tot nieuwe vormen.

Mount Average is dus een fabriek die niets produceert. Het draait allemaal om creëren en deconstrueren. Over doen en ongedaan maken. Het is een fabriek dat een proces creëert dat om transformatie draait. De specifieke ontwikkeling van dit stuk heeft overigens ook veel te maken met de covid-19-maatregelen. Het is dus ook geen toneelstuk, je komt niet gewoon in het theater te zitten.

Het is een performatieve installatie?

Precies. Ik wil niet teveel verklappen, maar je loopt als toeschouwer door verschillende kamers van de fabriek en in elke kamer kom je een nieuwe situatie tegen. Je ontmoet de arbeiders van de fabriek of je ziet hoe een machine macht omzet in poeder en ondertussen draag je een koptelefoon. Het is een soort rondleiding door de fabriek.

Een van de redenen dat we aparte kamers hebben, is vanwege de covid-19-maatregelen. De aparte ruimtes maken het mogelijk dat er meerdere mensen tegelijk op het podium kunnen staan, want ze zijn gescheiden door muren. Het is een op maat gemaakt werk.

Cancel culture is een erg gehyped concept.

Heb je eerst monumenten van leiders gemaakt om deze vervolgens in het stuk te kunnen vermalen?

Nee, grappig genoeg vonden we veel monumenten. Het is een gek verhaal. Iedereen heeft het over het huidige iconoclasme waar monumenten van figuren met een koloniaal verleden worden vernietigd of weggevoerd. In België zijn dat onder ander de standbeelden van Leopold II. Maar wij vonden een plek in Brussel waar ze nog steeds nieuwe Leopolds produceren. Het is een afgietsel werkplaats waar je hem als buste of zelfs levensgroot op een paard kan bestellen, wat je maar wilt. Het interessante is dat Leopold II zelf deze werkplaats heeft opgericht. Hij zorgde voor zijn eigen wederopstanding in de toekomst, het is echt waanzinnig. Mensen gooien monumenten omver, maar tegelijkertijd worden ze nog steeds geproduceerd. 

In hoeverre speelt het begrip ‘cancel culture’ een rol in dit werk?

Cancel culture is een erg gehyped concept. Zolang het leidt tot een serieus gesprek en niet tot censuur vind ik het gezond. Maar zodra het neo-puriteins wordt en bepaalde ideeën opgelegd worden denk ik dat het zeer problematisch is.

Cancel culture maakt in principe geen deel uit van het werk, maar ik vind het wel belangrijk dat ook progressieve ideologieën flexibel zijn. We moeten onze positie blijven relativeren. Sommige mensen vergeten dat niets in steen is gebeiteld en je moet werken om iets los te kunnen laten. Dat is iets wat we proberen te promoten met Mount Average. We willen mensen de kans geven om transformatie te ervaren en echt deel te worden van een mogelijke verandering. Maar we vragen ons in het stuk ook af wat het stuk zelf oplevert. Er is geen definitief antwoord. Het is meer een ode aan de poging.

Meer weten over Julian Hetzel?

 
CREDITS

Van Julian Hetzel Met Kristien De Proost, Pitcho Womba Konga & Jana De Kockere Dramaturgie Miguel Angel Melgares Artistiek advies Sodja Lotker Productieleiding & decor Wim Clapdorp Productieassistent Valentine Galeyn Assistent scenografie Pleun Verhees Realisatie kostuums Andrea Kränzlin Techniek Piet Depoortere, Jannes Dierynck & Anne Meeussen Productie Ism & Heit Utrecht (NL) i.s.m. CAMPO Gent (BE) Coproductie Frascati Producties (Amsterdam), Standplaats Utrecht, SPRING Festival Utrecht, Schauspiel Leipzig (DE) Met de steun van Fonds Podiumkunsten NL, Fonds 21, Prins Bernhard Cultuurfonds, We Are Public, Kickstart Cultuurfonds, Vlaamse Gemeenschap & Stad Gent

Terug naar de productiepagina